De geschiedenis van de Knobbelzwaan (zal iedereen wel bekend zijn. Van oudsher komt deze soort als wilde vogel voor. Maar boeren hadden een grote hekel aan Knobbelzwanen op hun weilanden. Zij laten namelijk nog al stevige uitwerpselen achter. De Knobbelzwaan werd zo erg vervolgd (bejaagd) dat de soort in Nederland helemaal werd uitgeroeid. De soort kwam alleen nog in gevangenschap voor. Doordat er van deze gevangen exemplaren wisten te ontsnappen zag de Knobbelzwaan toch weer kans om weer in het wild te broeden. Uit deze ontsnapte vogels is weer een totaal nieuwe wilde populatie ontstaan. De Knobbelzwaan is dus wel een inheemse soort maar de vogels die nu voorkomen hebben allemaal tamme voorouders. Men kent twee vormen van de Knobbelzwaan, de gewone Knobbelzwaan maar ook komt de Poolse vorm voor. De Poolse Knobbelzwaan (Cygnus olor immutabilis) is goed van de inheemse vorm te onderscheiden door de pootkleur. Met name in de winter maar ook wel in de zomer kun je Knobbelzwanen met grijze poten tegenkomen. Dit is de Poolse vorm. De inheemse Knobbelzwaan heeft zwarte poten. Als de vogels jongen hebben in het voorjaar zie je soms witte en grijze jongen bij een zwanen paartje. Hier kun je aan zien dat een van de ouder vogels van Poolse herkomst is. Let op de pootkleur van de oudervogels. Het is namelijk zo dat inheemse Knobbelzwanen grijze jongen hebben en Knobbelzwanen van de Poolse vorm hebben witte jongen. Dit is de oorzaak van het kleur verschil bij jonge Knobbelzwanen. Hier in de Brenne zie je meer gemengde huwelijken van de twee zwanen dan in Nederland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten